Hoe heet ik? Ik heb best een moeilijke naam, ik heet Luzula Sylvatica (Grote Veldbies).
Wat moet jij weten over mij?
Ik ben familie van de grasachtige plant maar dan iets knapper. Ik heb mooie, lange, groene bladeren die een beetje lijken op dunne grasstelen. Verder groei het beste in dichte bosjes en kan ik tot een hoogte van 60 centimeter groeien. Echter heb ik ook klein broertjes die maar 30 centimeter groot worden. Wanneer je een beetje een natuurlijke maar wilde uitstraling in jouw tuin wilt creĆ«ren, ben je aan het goede adres. En nog een ander cool feitje over mijzelf; ik maak kleine bloemetjes aan in het voorjaar en de vroege zomer. Deze bloemen zijn meestal bruin van kleur.Ā
Waar sta ik het liefst?
Als Luzula Sylvatica (Grote Veldbies) sta ik het liefste op een vochtige standplaats en houd van een plek met lichte schaduw. Dit houdt in dat ik het fijn vind als ik wat beschutting krijg tegen het directe zonlicht. Als ik te veel in de zon sta, dan verbranden mijn bladeren en droog ik snel uit. Daarnaast is het belangrijk dat jij mijn bodem vochtig houdt zoals ik eerder had verteld. Ik ben dol op water, vooral in de droge periodes van het jaar! Ik kan mezelf aanpassen aan verschillende bodemtypes, variĆ«rend van zandgrond tot kleigrond.Ā
Op deze manier verzorg jij mij het beste:
Ik ben toch zo makkelijk in omgang. Dus als jij geen groene vingers hebt, maakt dat niet uit. Ik red mezelf wel! Ik deel graag wat tips met je, zodat je mij in Ć©Ć©n keer goed kan onderhouden.Ā
- Geef mij wat extra water tijdens droge periodes, zorg er alleen niet voor dat ik overbelast raak van al dat water.
- Breng een laag organisch mulchmateriaal aan, zo blijven mijn wortels koel.
- Snoei jij in het voorjaar jouw tuin? Neem mij dan gerust mee in jouw snoeiproces. Je mag mijn dode of beschadigde bladeren wegsnoeien om mij er weer verzorgd eruit te laten zien.Ā
- Ik haat onkruid, dat vind ik niet zo fijn, dus gelieve dit te verwijderen om mij heen.Ā
- Nog een laatste ding: ik wil niet ziek worden. Dus controleer mij af en toe op teken of plagen van andere beestjes. Ik ben vrij resistent maar mijn weerstand kan natuurlijk niet alles aan.Ā
